Catalogusgegevens

LastDodo nummer
1600939
Rubriek
Speldjes, pins en buttons
Titel
Gouden rijder
Bedrijf / organisatie
Reeks
Thema
Fabrikant
Land
Periode
Jaar
Afmetingen
Bijzonderheden
Nadruk van een oude munt: Gouden rijder. Er bestond ook een zilveren versie. Gouden rijders ter waarde van fl. 6,- werden geslagen door Gelderland, Friesland en Overijssel van 1581-1599. De gouden rijder volgens de muntordonnantie van 1606 werd geslagen door alle provincies behalve Groningen van 1606-1640. Na 1749 opnieuw aangemunt tegen een vaste koers van 14 gulden. Door stijging van de goudprijs was productie na 1764 niet meer rendabel. Aangezien de intrinsieke waarde vanaf dat moment dus boven de tekenwaarde kwam te liggen, stelt het voorkomen van gouden rijders in inventarissen ons voor de nodige interpretatieroblemen. H. Enno van Gelder stelt dat de gouden rijder vanaf het eind van de achttiende eeuw vooral als sieraad is gebruikt. De inventarissen uit de boedelbank laten evenwel zien dat de gouden rijder nog tot ver in negentiende eeuw als betaalmiddel dienst deed. Gewicht: 10,00 g, gehalte 0,941. Koers: 10-2-0 in 1606; 14-0-0 in 1749. De zilveren rijder - ook wel dukaton genoemd - werd van 1659-1798 geslagen door alle provinciën. Gewicht: 32,78 g, gehalte: 0,941. Koers: 63 st. Bron: Meertens instituut Zie ook: H. Enno van Gelder, De Nederlandse munten, Utrecht / Antwerpen 1966.